In mijn lessen probeer ik de juiste balans tussen muzikale en formele aspecten voor elke leerling te vinden.
Muziek is verklankte emotie. De motivatie om een instrument te leren bespelen heeft altijd met de expressie van emotie te maken. Het leren van vaardigheden zoals noten lezen, met de juiste vingerzettingen spelen, toonladders en akkoorden spelen, moet altijd in dienst staan van de muzikale expressie en nooit een doel op zích worden.
De uiteindelijke bedoeling van het leren spelen van klassieke muziek is niet alleen om eigen emoties te verklanken maar vooral om van alle subtiele, gedifferentieerde, onuitspreekbare emoties van de grote componisten kennis te nemen en deze te actualiseren in het eigen spel. Dit is ook wat het studeren en spelen van klassieke muziek tot zo’n dankbare bezigheid maakt.
Pas naar aanleiding van eventuele moeilijkheden die men (onvermijdelijk) bij het spelen tegenkomt, wordt verder aan technische en theoretische vaardigheden en, in samenhang hiermee, aan de ontwikkeling van het gehoor gewerkt.
Om muziek te leren maken is het nodig om geïnspireerd te zijn. Soms zie ik het als mijn eerste taak om iemand te inspireren om iets te leren. Vanuit inspiratie volgt er vanzelf een natuurlijk leerproces, met de bijbehorende kennisoverdracht. Het omgekeerde is ook waar: je kunt pas iets leren als je geïnspireerd bent en het wílt leren.
Een groot gedeelte van elke les vul ik in met het samen oefenen van het lesrepertoire want het toepassen van de juiste “leerstrategieën” is voor het thuis oefenen van fundamenteel belang.
Thuis voldoende oefenen (en dus op de juiste manier) is belangrijk om vorderingen te maken. Voor de meeste kinderen is de pianokruk echter een eenzame plek. Héél soms komt het voor dat een kind bijvoorbeeld dermate introvert is dat het voldoening vindt in het oefenen zélf. Over het algemeen echter moeten ouders betrokkenheid tonen, complimenteren en aanmoedigen, om het kind een bevredigende piano-ervaring mee te geven.